“Wat ik hoop? Dat we leren inzien dat ook anders-zijn ook gewoon normaal is.”
Tessie Wijhers (27) groeide op in Beringe. Inmiddels woont hij in Amsterdam en werkt als illustrator. Zijn leven wordt gekleurd door de zoektocht naar identiteit, door periodes van angst en somberte, maar ook door kunst en verbinding.
Na de middelbare school verhuisde Tessie naar Rotterdam om aan de kunstacademie te studeren. “Toen ik daarna terug kwam in Beringe was ik een ander mens. Ik was geen dorpsmens meer; in de stad ontdekte ik wie ik wel was, daar vond ik ruimte om te experimenteren.”
Die zoektocht begon met kleine dingen: korter haar, andere kleren. Niet langer proberen in het hokje ‘meisje’ te passen. “Via queer vrienden en online ontdekte ik woorden als transgender en non-binair. Woorden die klikten. Eindelijk had ik taal voor wat ik voelde.”
- Tessie
Vanaf jonge leeftijd had Tessie te maken met een dwangstoornis. “Sinds mijn twaalfde had ik dwanggedachten. Op de fiets was ik bang iemand omver te rijden. Bij elke schim die ik zag dacht ik dat er iemand lag die hulp nodig had. Ik wist niet dat je brein zulke dingen kon doen. Ik dacht dat ik gek werd.”
Op zijn zestiende volgde een diagnose: OCD, obsessieve-compulsieve stoornis. “Dat gaf opluchting. Ik was niet de enige en het was niet mijn schuld. Met therapie en medicatie leerde ik omgaan met mijn angsten; niet wegdrukken, maar accepteren dat ze er zijn. Soms lukt dat, soms niet. Maar ik weet nu: ik bén geen slecht mens door mijn gedachten.”
De dwanggedachten brachten ook periodes van depressie met zich mee. Vooral in de tienerjaren was het zwaar. “Soms dacht ik: waarom moet ik zoveel moeite doen om alleen al de dag door te komen? Het voelde niet de moeite waard.” Gedachten aan de dood volgden.
“Ik kraste mezelf, zorgde slecht voor mezelf. Mezelf echt pijn doen durfde ik niet, maar ik wilde soms wel dat alles ophield.”
Toch kwamen er ook lichtpuntjes. “Het moment dat ik leerde dat gender fluïde kan zijn, was zó’n opluchting. Ik voelde: dit ben ik. Ik ben niet kapot, ik ben gewoon Tessie. Dat gaf zin. Het idee dat ik ergens bij hoorde – de queer community – maakte dat ik mezelf minder alleen voelde.”
Het gesprek met zijn ouders over gender was spannend, maar ook noodzakelijk. “Ik wilde niet meer hun ‘kleine meisje’ zijn. Ik wilde dat ze me zagen zoals ik ben. Dat was niet met één gesprek opgelost – vooral de juiste voornaamwoorden vinden was een zoektocht. Maar nu zegt mijn moeder: dit is mijn kind. En dat is alles.”
Voor Tessie zijn woorden belangrijk. “Als iemand mijn voornaamwoorden negeert, voel ik me niet gehoord. Voor mij is het simpel: woorden zijn respect. Het gaat niet om modern of ingewikkeld, maar om empathie voor de ander.”
Tegenwoordig woont Tessie in Amsterdam. Hij tekent, illustreert en werkt aan een tentoonstelling in het geboortedorp. “Ik wil queer zijn zichtbaar maken, juist daar.” Kunst is een manier om gesprekken te openen. Als mensen het moeilijk vinden om woorden te vinden, kunnen beelden helpen. En ik wil laten zien: dit is ook gewoon een leven. Iedereen bewandelt zijn eigen pad.”
Een belangrijk keerpunt was het moment dat Tessie ontdekte dat aseksualiteit bestond. “Ik dacht lang dat er iets mis met me was. Want overal om me heen werd seks gezien als een vanzelfsprekend onderdeel van relaties. Voor mij ligt dat anders. Ik voel die aantrekkingskracht veel minder sterk.”
Het ontdekken van de term aseksualiteit voelde als een opluchting. “Ik voelde me gezien. Het was geen tekort, maar gewoon een manier van zijn. En dat gaf rust. Maar ook richting in relaties: ik kon erover praten, verwachtingen duidelijk maken. Het label gaf me houvast.”
Aseksualiteit werd zo een puzzelstukje dat hielp om Tessie’s identiteit compleet te maken. “Het maakte me deel van een bredere community. Ik hoorde ergens bij, zonder dat ik mezelf hoefde te veranderen.”
- Tessie
Praten over wat moeilijk is, vindt Tessie noodzakelijk. “Soms hoor ik: waarom moeten we het hier over hebben? Maar juist door erover te praten wordt het normaal. Zeggen dat we ‘allemaal mensen’ zijn, helpt niet als je ondertussen niet gezien wordt. Ik wil laten zien dat labels geen last zijn, maar puzzelstukjes die duidelijkheid geven.”
Die openheid brengt verbinding. “Als ik zeg dat ik OCD heb, zegt soms iemand: dat heb ik ook. Dan voel je meteen connectie. Praten over wat je vanbinnen meedraagt kan zoveel verschil maken.”
Voor de toekomst hoopt Tessie op meer mildheid. “Mensen hoeven het niet altijd te begrijpen. Maar respect tonen kan altijd. Ik vind het soms verdrietig dat mensen de deur naar verbinding dichtslaan. Want uiteindelijk gaat het allemaal om liefde – voor jezelf, voor de ander.”
Zelf blijft hij leren. Over depressie, over gender, over kunst. “Ik weet nu: ik hoef niet perfect te zijn. Ik mag vallen en weer opstaan. Ik mag de ruimte innemen om mijn verhaal te vertellen. En ik hoop dat iemand die het leest denkt: hé, ik ben niet alleen.”
Hier mensen enthousiasmeren een ervaring met mentale gezondheid te delen.
Wij maken gebruik van cookies.