“Binnen vier dagen moesten we het huis uit. Alles weg. We zaten financieel en mentaal helemaal aan de grond. Ik dacht altijd: je huis, dat is je veilige plek. Maar als dat ineens verdwijnt, voelt het alsof de poten onder je vandaan worden gezaagd.”
Els (60) herinnert zich die tijd alsof het gisteren was. Vijftien jaar geleden stortte haar wereld in. Samen met haar man verloor ze hun huis en kwam ze terecht in een wereld vol onzekerheid, schaamte en stress. Een periode die zwaar was, maar uiteindelijk ook onverwachte inzichten bracht – en een nieuwe missie.
Het begon onschuldig, zoals zulke verhalen vaak beginnen. Haar man werkte in het familiebedrijf. “Hij was een techneut, geen commerciële man. Toen zijn broer besloot dat één van hen het bedrijf moest overnemen, werd hij uitgekocht. Voor het eerst in zijn leven zat hij thuis met de vraag: wat wil ik eigenlijk?”
Hij probeerde van alles en uiteindelijk ging hij beleggen. Cijfers leken hem houvast te geven. Totdat in 2008 de banken omvielen. “Alles glipte door onze handen weg. Geen inkomen, beleggingen die verdampten. We probeerden oplossingen te vinden, maar verloren grip op de situatie. En op een dag werden de stekkers er uitgetrokken.”
Loonbeslag, rechtszaken, brieven vol woorden die ze niet begreep. “Al die stress maakt je blik zó smal. Je overleeft, meer niet.” En ineens stond daar die deurwaarder. “Ik vroeg: ‘Wilt u mij vertellen wat ik teken?’ Maar hij keek me niet eens aan. Dat raakte me diep. Ik voelde me geen mens meer, maar een nummer. Juist daarom weet ik nu: de mens moet altijd vooropstaan.”
- Els
De gevolgen gingen verder dan geld. Relaties met vrienden en familie brokkelden af. “Over geld praten is in onze samenleving vaak moeilijk. Op verjaardagen gaat het over ziekenhuizen, dat is veilig. Maar geld? Dat raakt iets bij mensen, dat wordt liever vermeden.”
Het doet haar nog steeds pijn dat sommige mensen nooit vroegen wat er gebeurd was. “Veel mensen geloofden de verhalen van buitenaf, zonder ons zelf te vragen hoe het zat.”
Els voelde de oordelen overal. Ze herinnert zich hoe ze door het dorp fietste, het liefst met een zak over haar hoofd. “Iedereen wist het, iedereen praatte, maar niemand wist écht wat er speelde.”
De schaamte en stress vrat zich ook lichamelijk vast. “Mijn longen deden het steeds minder goed, mijn benen deden pijn. Ik moest me letterlijk staande houden. Maar het zwaarste was dat ik geen lichtpuntjes meer zag. Ik dacht soms: waarom ben ik hier nog? Het was alleen maar donker. En toch bleef er ergens een klein vlammetje branden dat me overeind hield.”
Samen met haar man probeerde ze verder te gaan. “We spraken af elkaar niet te veroordelen – dat gaf lucht. We voelden dat de liefde er nog was, dat was onze houvast.”
Maar makkelijk was het niet. “Natuurlijk dacht ik wel eens: hoe heeft dit kunnen gebeuren? Waarom trokken we niet eerder aan de rem? Maar we liepen ieder ons eigen pad, pas later vonden we elkaar weer terug.”
De omslag kwam onverwachts. Niet bij de bank, niet bij de schuldhulpverlening, maar bij het UWV. “Ik verwachtte vooral een zakelijke blik. Maar de vrouw tegenover me keek me aan en zei: ‘U moet eerst vier maanden uitrusten.’ Eindelijk voelde ik me gezien. Voor het eerst hoefde ik even helemaal niks.”
Die periode van rust bracht iets nieuws. Els ging wandelen, yoga doen, ademen. Ze begon te beseffen hoeveel stress haar lichaam jarenlang had gedragen. Later kwam er een coach die haar hielp de donkere stukken onder ogen te zien. “Langzaam voelde ik: dit is niet voor niks gebeurd. Dit mag ik omzetten in iets nieuws – misschien zelfs tot steun voor anderen.”
Els volgde het zogenoemde passieprotocol. “Dat gaat over je oude boek, vol overtuigingen en angsten. En over je nieuwe boek: wie wil je eigenlijk zijn? Ik heb geleerd dat ik mag ontspannen in mijn rugzak, dat het een deel van mij is. Maar ik ben meer dan dat.”
Daar ontstond haar missie: mensen ondersteunen die leven met financiële stress. Niet alleen met cijfers en begrotingen, maar juist met het menselijke stuk. “Want dat wordt vaak vergeten. Schuldhulpverlening kijkt of de sommen kloppen. Maar de mens blijft achter, vol angst en spanning. Dáár wil ik naast staan.”
Op haar visitekaartje staat: geluk is niet de glimlach op je gezicht, maar de rust in je hoofd. “Als je rust vindt, komt er vanzelf weer ruimte voor vreugde.”
Steeds meer durft Els uit te spreken dat geld meer is dan getallen. “Voor mij is geld energie, zelfs liefde. Maar er heerst zo’n taboe op. Mensen voelen vaak wel dat het misgaat, maar durven het niet te erkennen. Ze piekeren, krijgen buikpijn, draaien vast in patronen. En juist dan is het waardevol als iemand een hand reikt of het gesprek opent.”
Ze wil het gesprek over geld openen, zonder oordeel. “Stress zorgt ervoor dat je je gevoel van zingeving kwijtraakt. Maar iedereen heeft het in zich. Soms is er alleen iemand nodig die even naast je gaat staan. Pas als we het taboe doorbreken, kan er ruimte ontstaan voor herstel en verbinding.”
- Els
Vijftien jaar na die gedwongen verhuizing staat Els rechtop. Ook al is het verdriet niet weg. “We wonen nog altijd in een huurhuis dat twee keer zo duur is als ons oude koophuis. Mijn man kan officieel met pensioen, maar financieel lukt dat niet. Toch accepteren we het – en tegelijk geeft het ons kracht.”
Els glimlacht. “Het heeft me geleerd dat ook in verlies kracht verscholen zit. Ik sta hier nog steeds. En wat ik kan, kan iedereen.”
Nu zet ze haar ervaring dus in om anderen te helpen. Ze lacht als ze terugdenkt aan het moment dat ze voor het eerst haar nieuwe website zag. “Ik las de tekst en de tranen stroomden. Het was confronterend, maar ook bevrijdend. Ik ben zo dankbaar dat ik dit nu kan inzetten voor anderen.”
Els weet hoe eenzaam en verlammend geldzorgen kunnen voelen. Daarom wil ze mensen een spiegel voorhouden. “Kijk eerder in de spiegel en zeg: ik heb hulp nodig. Modder niet door. Word eerlijk naar jezelf. Als je dat durft, kom je er sneller doorheen. En weet: je hoeft het niet alleen te dragen. Er is altijd iemand die naast je kan staan.”
Nog één ding wil ze benadrukken: niemand is een nummer. “Toen voelde ik me niet gezien als mens. Nu weet ik: je bént een mens, altijd. En daar begint alles.”
Hier mensen enthousiasmeren een ervaring met mentale gezondheid te delen.
Wij maken gebruik van cookies.