Toen Eduard jong was, kreeg zijn vader een psychose. Zijn vader mishandelde zijn moeder en werd daarvoor veroordeeld. Ondertussen hielden Eduard's ouders de lippen stijf op elkaar. "Stel je voor dat iemand hier achterkomt." Eduard zelf voelde daardoor niet de ruimte om over zijn gevoelens te praten en hield ze voor zich. Rond zijn 18e ervoer hij dag in, dag uit spanning, voelde zich in een hoek gedreven en had hij het gevoel dat hij niet zichzelf kon zijn. Pas toen hij zich op zijn 21e open durfde te stellen bij een therapeut, had hij het gevoel dat hij weer in beweging kon komen. Ook in zijn relatie met Noortje speelt openheid een sleutelrol. "Als ik niet had geleerd om meer open te zijn, dan zat ik waarschijnlijk in de gevangenis óf had ik er zelf een eind aan gemaakt."
Wij maken gebruik van cookies.