Jaymee Frissen

“Er is alleen maar het nu”

Jaymee (29) groeide op in een wereld die haar niet begreep en dat heeft haar gevormd tot de persoon die ze nu is. Ze spreekt bedachtzaam en laat stiltes vallen waarin ze haar woorden zorgvuldig kiest. “Ik denk liever eerst na voordat ik iets zeg,” glimlacht ze. “Sommige mensen kunnen daar niet zo goed tegen. Maar stilte is óók communicatie.”


Een kind dat te veel voelde


Jaymee werd geboren met autisme. Dat wist ze zelf toen nog niet, maar ze voelde het aan alles. De wereld kwam te hard binnen - geluiden, licht, emoties van anderen. “Ik ben opgegroeid in een onveilige thuissituatie. Ik kreeg daar niet de zorg die ik eigenlijk nodig had en op school ook niet. Mijn ouders hadden ook psychische en lichamelijke problemen. Er was eigenlijk niemand die mij zag voor wie ik echt was.” Als kind leerde ze vooral overleven. Ze keek scherp naar wat anderen nodig hadden, om zo de sfeer thuis en op school niet te laten ontploffen. “Ik probeerde me onzichtbaar te maken omdat ik mensen niet tot last wilde zijn.” Ze werd jarenlang gepest, van groep 4 tot het einde van de middelbare school. “Dat heeft diepe sporen nagelaten. Mensen deden alsof ze mijn vriend waren, om daarna informatie tegen me te gebruiken. Daardoor vraag ik me nu nog vaak af: is iemand oprecht of niet?”



De breuk met haar ouders

Toen ze dertien was, kreeg Jaymee haar diagnose: autisme. School had aangedrongen op een onderzoek. Thuis werd het genegeerd. “Mijn ouders zeiden: ‘Er is niks mis met je’, en daarmee ontkenden ze mijn diagnose. En omdat zij het ontkenden, kon ik ook niet leren wat autisme precies is. Ik dacht dat het allemaal aan mij lag.” De situatie thuis bleef onveilig. “Ik werd bijna elke dag bedreigd met geweld. Ik vond mijn ouders controlerend en manipulatief. Als ik bijvoorbeeld iets vroeg werd dat nooit serieus genomen.” Op latere leeftijd kreeg Jaymee therapie. “Daardoor besefte ik dat wat ik vroeger had meegemaakt echt niet normaal was. Toen ik merkte dat er bij hen niets veranderd was en zij geen verantwoordelijkheid wilden nemen, heb ik het contact met hen verbroken. Dat was moeilijk, maar ook bevrijdend.”



Donkere gedachten

Jarenlang leefde ze met suïcidale gevoelens en nachtmerries. Tijdens de diepste momenten trok ze zich helemaal terug. “Als ik me slecht voel, isoleer ik mezelf. Niet omdat ik geen mensen wil, maar om anderen te beschermen tegen mij. Dan ben ik bang om iets te zeggen of te doen wat iemand pijn doet.” 

“Ik heb vaak gedacht: wat heeft het nog voor zin? Maar er zat ergens in mij altijd ook een klein stukje dat wilde blijven proberen en nieuwsgierig was naar de toekomst. En dat stukje heeft me gered.” Ze leerde later dat herstel niet in een rechte lijn gaat. “Iemand vertelde me eens: herstel is een spiraal. Je komt soms terug op plekken waar je eerder ook was, maar met meer ervaring in je rugzak. En dat klopt.”



Uit huis, op adem

Het keerpunt kwam toen ze op haar 24e uit huis ging. Eerst via een relatie, later helemaal alleen. “Ik trok het thuis niet meer. Via een collega hoorde ik dat er in Weert een appartement vrij was. Daar ben ik gaan wonen.”  De vrijheid voelde goed, maar het was zwaar. “De eerste weken at ik wat ik op de markt kocht en lag ik vaak met honger in bed. Ik moest alles leren: hoe je een huishouden runt, hoe je geld beheert. Niemand had me dat ooit uitgelegd.” Toch voelde het als een begin. “Daar begon mijn herstel. Ik had eindelijk ruimte om na te denken over wie ík ben, los van wat anderen van me willen.”



Van overleven naar leven

Uiteindelijk kwam er meer rust. “Ik woon nu alleen, met privacy. Dat had ik vroeger niet. En ik merk nu pas dat een omgeving heel veel met je doet. Sommige mensen geven je energie, anderen trekken hem weg. Ik leer nu om te kiezen met wie ik mijn tijd en energie deel.” Tegelijkertijd worstelde ze met een burn-out. “Jaren van overleven, van camoufleren dat ik anders ben, hadden me uitgeput. Voor mijn werk zat ik huilend achter de computer, maar bleef toch doorwerken. Tot iemand zei: ‘Dat is niet normaal.’ Toen heb ik me ziek gemeld. Dat was moeilijk en het heeft best wel een tijdje geduurd voor ik me besefte dat ik ook echt ziek was. Maar het was het beste dat ik had kunnen doen.” Ze kreeg de diagnose complexe PTSS, een gevolg van langdurige onveiligheid. “Mijn lichaam stond altijd in de stand van gevaar. Dat is wat trauma doet. Ik ben nu continu bezig met leren dat het niet meer hoeft – dat ik veilig ben.”



Mensen die bleven luisteren

In haar herstel vond Jaymee steun bij enkele mensen van het UWV en bij het Zelfregiecentrum in Weert. “Sommigen klagen over het UWV, maar ik heb daar echt goede mensen ontmoet. Ze luisterden naar mij en dat alleen al doet veel.” Het ZRC werd voor haar een veilige plek om te oefenen met contact. “Als je geïsoleerd bent opgegroeid heb je weinig oefenmomenten gehad in hoe je met mensen omgaat. Hier kan ik dat stap voor stap leren. Soms is het al genoeg als iemand gewoon ‘goedemorgen’ zegt. Dan voel ik me gezien.”



De kracht van openhartigheid

Openhartigheid is voor Jaymee hetzelfde als kwetsbaarheid. “In kwetsbaarheid zit kracht,” zegt ze. “In het begin van mijn herstel las ik boeken van mensen die eerlijk vertelden wat ze hadden meegemaakt. Dat gaf mij herkenning: ik ben niet de enige. Daarom wil ik nu ook mijn verhaal delen – zodat iemand anders zich misschien iets minder alleen voelt.” Ze werkt aan een presentatie over autisme, samen met Stichting MEE en de bibliotheek. “Er bestaan zoveel misverstanden over autisme. Mensen denken nog vaak aan bepaalde films, aan stereotype beelden. Ik wil laten zien dat het breder is, menselijker. Bijvoorbeeld dat autisme niet betekent dat je geen gevoel hebt – juist wel.”




Muziek als taal

Aan het eind van het gesprek zegt Jaymee: “Als ik dit gesprek zou afsluiten, dan met muziek.” Ze lacht verlegen. “Ik heb een absoluut gehoor. Dat is iets wat ik prachtig vind aan mijn autisme. Als ik muziek hoor, hoor ik de losse instrumenten in mijn hoofd. Ik kan kiezen om op één instrument te focussen en hoor dan precies de noten.”  Een therapeut had haar ooit aangeraden achter de piano te gaan zitten. “Zo heb ik mezelf leren spelen en mijn eigen gevoel vertaald in klank. Vroeger was emotie niet veilig, maar op de piano kon ik voelen zonder woorden. Wat ik niet kon zeggen, kon ik spelen.” Haar muziek is zacht en melancholisch, modern klassiek. “Mensen zeggen weleens: het lijkt op Ludovico Einaudi. En dat vind ik mooi. Want dat is precies wat ik wil: iets zachts brengen, iets wat raakt zonder dat het pijn doet.”





Hoop in kleine dingen

Jaymee leeft van dag tot dag. “De toekomst bestaat niet,” zegt ze rustig. “Er is alleen maar het nu.” Toch zit er iets van hoop in haar woorden. Hoop dat de wereld mensen zoals haar beter gaat begrijpen. “Ik zie het beetje bij beetje gebeuren. Steeds meer mensen praten open over autisme, over trauma, over herstel. En als mijn verhaal daar een klein stukje aan mag bijdragen, dan is dat voor mij al genoeg.”






Cookies & Privacy

Wij maken gebruik van cookies.

Google Analytics
Bezoekersstatistieken, websitebezoek en gebruik wordt gemeten en gebruikersgegevens worden anoniem verzameld.

Vimeo
Gegevens over de bezoeken van de gebruiker worden verzameld zoals welke pagina’s zijn gelezen.

YouTube
Klikgedrag, bekeken video’s en aangepaste voorkeuren worden verzameld. Bezoekersinformatie en gebruikersgedrag wordt gebruikt voor advertenties.