Rene Francken

Van kwaad naar kracht

“Ik ben hier niet iedere dag, maar wel vaak,” zegt René rustig. Hij zit aan een tafel in het Zelfregiecentrum in Weert, waar hij inmiddels niet alleen vrijwilliger is, maar ook lid van het kernteam. “Ik voel me hier thuis. Eindelijk hoor ik weer ergens bij, dat is iets wat ik lang heb gemist. Hier mag ik zijn wie ik ben.”

René Franken is drieënzestig jaar. Geboren in Horst en opgegroeid als een levendige jongen in een gewoon gezin. “Ik was een ADHD’er zeggen ze nu, maar toen bestond dat nog niet. Ik was zo’n kind dat in de klas zat en alles buiten zag: elke vogel, iedere fietser, elke tractor die voorbijreed. Alleen de meester zag ik niet.” Hij lacht even, alsof hij de jongen van toen nog voor zich ziet. “Maar ik heb nooit problemen gehad. Ik ben normaal opgegroeid, nooit gepest. Ik was gewoon een jongen die liever deed dan dacht. Meer van de praktijk dan van de boeken.”


Een harde werker

Op zijn zeventiende ging hij aan het werk in een varkenshouderij. “Ik vond dat prachtig werk. Hard maar eerlijk werk en ik kon er mijn energie in kwijt. Later werkte ik een tijd in Duitsland als bedrijfsleider. Ook dat was een mooie periode. Ik heb er goed verdiend, veel geleerd en ik had het gevoel dat ik mijn plek gevonden had.” Maar er volgde een ander avontuur: een café-slijterij in het ouderlijk huis van zijn moeder. “Mijn vrouw en ik zijn daar samen aan begonnen. Zes jaar hebben we het volgehouden. Het was een mooie tijd. Druk, maar het café liep goed. Alleen had ik niet in de gaten dat ik langzaam iets anders kwijt begon te raken. Mijn vrouw. En misschien ook wel mezelf.”



“Mijn verstand was er klaar mee, mijn hart niet”

René trouwde op latere leeftijd, op zijn achtendertigste. “Ik was tevreden met mijn vrouw. We hadden plannen samen, dromen. Maar het caféleven was zwaar en voor haar ook onbekend. Zij trok zich steeds meer terug in de paardenhouderij, terwijl ik leefde voor de zaak. En toen is het misgegaan.”

Hij kijkt even naar beneden. “Ik heb haar te weinig aandacht gegeven. Ik dacht: als het café goed loopt, komt de rest vanzelf wel. Maar dat was niet zo.” Zijn vrouw bleek vreemd te gaan en toen brak er iets. Hij zette haar het huis uit. “Mijn verstand zei, ‘René je hebt het goed gedaan’, maar mijn hart zei iets heel anders. En dat was het moment waarop ik, uit pure pijn en onmacht, voor het eerst met drugs in aanraking kwam.” In het café had hij wel eens gasten horen praten over cocaïne. “Ze zeiden, als je dat gebruikt vergeet je even alles. En dat bleef hangen. Dus ik ging het zelf proberen. Niet snuiven, maar roken, met de pijp. En dat was het begin van twintig jaar ellende.”


Rust in de chaos

“Ik was zo kwaad, ik had zoveel woede in me. Maar van de cocaïne werd ik rustig.” zegt hij. “Terwijl coke eigenlijk een oppepper is, werkte het bij mij anders. Dat heeft waarschijnlijk met die ADHD te maken. Het bracht rust in mijn hoofd, stilte in al dat gedraai van gedachten en gevoelens. Even geen boosheid, geen verdriet.” Maar zijn manier om staande te blijven had een hoge prijs. “Ik raakte alles kwijt. Mijn werk, mijn huis, mijn familie. Alles wat normaal was, gleed langzaam uit mijn handen. En het erge is: op een gegeven moment voel je daar niets meer bij. Ik deed dingen die ik nooit van mezelf had verwacht. Stelen, liegen, manipuleren, alles om maar aan geld te komen. Er was nog maar één ding belangrijk: gebruiken.”


Zijn wereld werd steeds kleiner, zijn kring steeds nauwer. “Ik had met niemand verbinding meer. Alleen met andere gebruikers. En dan denk je dat je niet alleen bent, maar in werkelijkheid ben je dat juist wel. Je snijdt jezelf af van alles wat echt is. Dat is misschien nog wel het hardste om te beseffen achteraf.” Er waren momenten dat hij het leven niet meer zag zitten. “Ik had nooit gedacht dat ik zo diep kon zakken. In 2017 was het het donkerst. Ik dacht: het hoeft allemaal niet meer. En toch ben ik blij dat ik die diepte heb meegemaakt. Soms moet het heel donker worden, voor je het licht weer kunt zien.”


De knop om

Er kwam een dag dat hij zichzelf in de spiegel aankeek en dacht: René, dit kan het leven niet zijn. “Ik ben drie keer afgekickt,” vertelt hij. “En elke keer dacht ik: nu is het klaar. Maar de drang naar drugs bleef. Uiteindelijk begon ik zelfs te handelen, zogenaamd om wat bij te verdienen voor mijn pensioen. Tot ik werd gepakt, in Duitsland. Vier en een half jaar kreeg ik, waarvan ik er drie en een half heb gezeten.” Wat toen een ramp leek, werd zijn redding. “De gevangenis heeft mijn leven gered. Daar heb ik de knop omgezet. Ik heb tegen mezelf gezegd: het is nu afgelopen. En dat is ook gelukt, want sindsdien ben ik clean. Al meer dan vier jaar nu. En eerlijk gezegd, het kost me geen enkele moeite meer. Het is gewoon klaar. Ik zeg altijd: ik mag de Lieve Heer daar wel voor bedanken.”

Weer licht

Na zijn vrijlating kwam René terecht bij Moveo, in een trajectwoning. “Ik heb meteen gezegd: plaats me alsjeblieft niet in een huis waar nog gebruikt wordt. Dat is te gevaarlijk. En dat hebben ze gerespecteerd.” Via Moveo kwam hij bij het Zelfregiecentrum in Weert. “Ik kende dat al van naam en ik voelde me er meteen thuis. De mensen daar zagen iets in mij, nog voordat ik het zelf zag. Eerst vroegen ze of ik vrijwilliger wilde worden en later of ik in het kernteam wilde komen. Dat raakte me enorm. Dat iemand iets in mij zag, dat had ik nooit meer verwacht. Dat streelt mijn hart. En het geeft me kracht om verder te gaan.” Hij heeft nu een eigen woning in zicht, een nieuw begin. “Dat is ook een lichtpuntje. Iets om naar toe te leven. En als mensen tegen me zeggen: ‘René, het is je gegund,’ dan raakt me dat elke keer. Want dat betekent dat ze zien wie ik ben, niet wat ik was.”


“Er is altijd een lichtpuntje”

René praat rustig, maar vol overtuiging. “Ik ben veel kwijtgeraakt, maar ik heb ook veel teruggevonden. Vooral verbinding en dát is het belangrijkste wat er is. Verbinding met anderen, maar ook weer met mezelf. Dat gun ik iedereen.” Hij wil anderen inspireren, zegt hij. “Helpen vind ik een groot woord, maar ik wil laten zien dat het kan. Dat je de knop kunt omzetten, ook na twintig jaar ellende. Er is altijd een lichtpuntje. Bij de een komt het na een half jaar, bij de ander na vijf jaar of nog langer. Bij mij duurde het twintig jaar, maar het kwam. En als het mij lukt, dan lukt het iedereen.” Hij glimlacht. “Dat geloof ik echt. En dat is waar ik nu voor leef.”


Cookies & Privacy

Wij maken gebruik van cookies.

Google Analytics
Bezoekersstatistieken, websitebezoek en gebruik wordt gemeten en gebruikersgegevens worden anoniem verzameld.

Vimeo
Gegevens over de bezoeken van de gebruiker worden verzameld zoals welke pagina’s zijn gelezen.

YouTube
Klikgedrag, bekeken video’s en aangepaste voorkeuren worden verzameld. Bezoekersinformatie en gebruikersgedrag wordt gebruikt voor advertenties.